Maandelijks archief: april 2021

promotie ds gj baan

Promotie ds. G.J. Baan

Op 15 april 2021 is ds. G.J. Baan gepromoveerd. Titel van zijn proefschrift is “Der Heiland lebt. De drie vroegste Paascantates van Johann Sebastian Bach – een theologisch-muzikale analyse“. Dit is een gezamenlijke promotie van de Theologische Universiteit Apeldoorn en de Theologische Universiteit Kampen. Promotoren zijn: Albert Clement, Frank van der Pol en Herman Selderhuis.

Onderaan deze pagina, onder het programma, vindt u de volledige YouTube opname van de promotie en het orgelconcert.

Aansluitend aan de promotieplechtigheid een uniek Bach-orgelconcert door Rien Donkersloot op het prachtige Bätzorgel van de historische Laurentiuskerk te Mijnsheerenland. In dit concert wordt o.a. geïmproviseerd in de stijl van Bach over thema’s uit de in de promotie besproken drie vroegste Paascantates van Johann Sebastian Bach.

Programma van de promotieplechtigheid en dit concert:

1. Promotieplechtigheid

  • Opening door de voorzitter (1:13​)
  • Lezing door promovendus van het formulier vóór de verdediging (2:04​)
  • Presentatie van de dissertatie (3:02​)
  • Disputatie (13:12​)
  • Lezing door de promovendus van het formulier na de verdediging (1:02:03​)
  • Uitslag van het beraad door Prof. dr. H.J. Selderhuis, rector TUA (1:03:57​)
  • Eigenlijke promotie door promotor Prof. dr. F. van der Pol (1:04:27​)
  • Toespraak promotor Prof. dr. A.A. Clement (1:05:50​)
  • Felicitatie namens de senaat (1:13:45​)
  • Sluiting (1:17:33​)

2. Concert Rien Donkersloot (1:18:55​)

  • Toelichting Paaskoralen J.S. Bach (1685-1750) uit “Das Orgelbüchlein” (1:19:06​)
  • BWV 625: Christ lag in Todesbanden (1:22:13​)
  • BWV 626: Jesus Christus, unser Heiland (1:23:29​)
  • BWV 629: Erschienen ist der herrliche Tag (1:24:16​)
  • BWV 630: Heut triumphieret Gottes Sohn (1:25:12​)

Drie improvisaties n.a.v. de drie door dr. G.J. Baan onderzochte Paascantates BWV 4, 31, 66

  • Toelichting improvisaties R. Donkersloot (1985-heden) (1:26:39​)
  • Psalm 80, n.a.v. BWV 4 (1:30:09​)
  • Psalm 118, n.a.v. BWV 31 (1:32:07​)
  • Psalm 21, n.a.v. BWV 66 (1:36:41​)
  • Toelichting BWV 541, J.S. Bach (1685-1750) (1:40:26​)
  • Praeludium und Fuge in G-dur (1:41:39​)

In het onderzoek vraagt van de te bespreken drie vroegste Paascantates van Johann Sebastian Bach, BWV 4, BWV 31 en BWV 66, allereerst de koraaltekst de aandacht. Daarbij worden theologische lijnen, Bijbelse beelden, metaforen en sleutelwoorden naar voren gehaald en in onderling verband geplaatst.

Daarna volgt een muzikale analyse met aandacht voor muzikaal-retorische figuren, inzet van instrumenten en stemmen, maatsoorten, toonsoorten en andere muzikale middelen waarvan Bach zich bediende.

Ten slotte worden tekst en muziek betrokken in een onderlinge exegese, waarin wordt nagegaan welke Bijbels-theologische elementen uit de cantateteksten door Bach in de muziek zijn benadrukt. Van belang daarbij is de vraag in welke mate Bach in zijn muziek uiting heeft gegeven aan zijn geestelijke opvattingen, alsmede in hoeverre hij daarbij aansluiting vond bij theologische uitgangspunten van het lutheranisme. Gebruik is gemaakt van voor Bach belangrijke auteurs, zoals Abraham Calov, Martin Luther, Heinrich Müller, Erdmann Neumeister en August Pfeiffer, van wie werken in Bachs bibliotheek aanwezig waren en die ten behoeve van dit onderzoek zijn bestudeerd.

Onderzoek heeft aangetoond dat Bach veel waardering had voor genoemde auteurs en hun werken, zoals onder meer blijkt uit zijn aantekeningen in de Calov-commentaar, het verklanken van teksten van Müller en het feit dat opvattingen van Pfeiffer in zijn oeuvre worden weerspiegeld. In deze studie zal Bach worden geplaatst in de geestelijke context van zijn tijd, teneinde zijn intenties te kunnen beschrijven.

Dit onderzoek draagt de titel: “Der Heiland lebt”. Deze woorden, genomen uit het eerste Recitativo van BWV 66, vatten de inhoud van de drie besproken Paascantates kernachtig samen.